Voorbeelden van het gebruik van Astrid in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Astrid en ik begrepen elkaar ook altijd goed.
Nee. Astrid?- Ik ben Hannah.
Astrid?- Ben je in het lijkenhuis?
Astrid en ik… hebben sporen van een serum uit zijn bloed geïsoleerd.
Astrid en ik kunnen hier alleen wachten, nietwaar, lieverd?
Astrid.- Rose heeft een mezoeza!
Astrid en ik zijn erg blij dat jullie hier zijn.
Astrid. We zijn op de verkeerde plaats!
Astrid en ik hebben een serum in z'n bloed aangetroffen.
Astrid. Wat?
Hoi, Astrid.- Hoi, waar zijn jullie?
Astrid en ik verborgen sigaretten in z'n klauwen.
Astrid en ik wachten hier wel,
Astrid. Wat een verrassing.
Je dochter? Astrid.-Ja.
Astrid alsjeblieft, ik heb geen tijd meer.
Daar is het. Astrid.-Hoi.
En jij bent vast prinses Astrid.-Graag gedaan.
Astrid was ook actief in internationale humanitaire activiteiten.
Astrid en Donald voor een hele zomer?