Voorbeelden van het gebruik van Bacon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hier zijn de Belgische wafels met bacon.
We zijn als Kevin Bacon.
Ik heb geen bacon gehad.
Kerstbomen en bacon.
Canadese bacon.
Ik lust nog steeds geen bacon.
Nee, ik haal een bacon cheeseburger.
Je had bacon besteld.
Niet alleen bacon.
We zijn zoals Kevin Bacon.
De eieren zijn verbrand en de bacon is nog rauw.
Ik houd van de geur van bacon.
ik presenteer de Kevin Bacon.
Ik vond de bacon.
Van varkens maak je bacon.
Ik ben Kevin Bacon.
Ik heb bacon gevonden.
Ik eet geen bacon.
Jij wilde dat we een huis in Bacon Hill kochten.
Eieren en bacon.