Voorbeelden van het gebruik van Ballon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waarom geef je je collega's geen ballon?
Om de verduistering van 1870 te kunnen zien ontsnapte hij in een ballon uit het toen belegerde Parijs.
Z'n buik was net een ballon.
Is die van jou? Ballon.
Opblaasbare heliumballon reclame opblaasbare ballon parade heliumballon.
Ik ben geen ballon.
er was een ballon.
Voorbereiden en opblazen van de ballon.
Ik heb een ballon gewonnen.
Christopher, mijn ballon.
Het gewicht is afhankelijk van de vorm en grootte van de ballon.
Mijn ballon.
Je krijgt een ballon.
En een 15 kilo zware bom. Elke ballon was uitgerust met een explosief.
Ik heb gisteren een ballon gekocht.
Ik ben een ballon.
Prima imitatie van een leeglopende ballon.
Je kon niet vangen een ballon tot je 10.
Ik heb een taartsmoel en een ballon.
Nee, als de jongen de ballon koopt.