Voorbeelden van het gebruik van Baptiste in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Baptiste. Ja. Mijn secretaresse wil je spreken.
Baptiste… zo heet die gast, Marcus Baptiste!
Baptiste is op jacht.
Ben je tevreden, Baptiste?
Wat is er, Baptiste?
Maar niet meer Baptiste.
Je was lang weg deze keer. Baptiste.
Jij hebt je werk gedaan, Baptiste.
An8}Oké, we hebben…{\an8}een half uur samen, Baptiste.
Baptiste heeft z'n dochter.
Ja, snel. Baptiste?
Waarom heb je Baptiste nog niet gesproken?
Op je gezondheid, Baptiste.
Chance werd, werkte hij en Baptiste voor dezelfde baas.
Heb je wat met Baptiste afgesproken?
Mijn assistent noteert uw gegevens en ik zal voor Baptiste zorgen.
Dat je Matthew niets hebt gevraagd over wat Baptiste zei.
Herinneren jullie je Baptiste?
Baptiste stal de identiteit van een europeer die in New York woont,
Baptiste is licht