Voorbeelden van het gebruik van Bebe in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Lola.- Bebe.- Nichole.- Heidi.- Red.- Annie!
Bebe. Wat is er?
Dat ik morgen voor Bebe getuig. Ik wilde je zeggen.
Bebe mag haar dochter niet langer zien.
Nou, het is erg verleidelijk, Bebe, maar ik ben erg gelukkig hier in Seattle.
Bebe en ik gaan een weekendje weg.
Dat ik morgen voor Bebe getuig. Ik wilde je laten weten.
Il en bereiden je lichaam een welkome bebe.
Vuur slecht.- Bebe.- Bebe.
Voor een, Ik zal doen wat Bebe niet kon doen.
Ik ben hier met meneer Bebe.- Ja.
Bebe? Ik kan je badge zien.
Ik, en haar zus Bebe, moesten ze uit elkaar halen.
Ziet Bebe er niet mooi uit?
Ik houd van je, Bebe.
Hallo, Daphne. Zeg, weet je, mijn agent Bebe zei dat ze langs zou komen.
Moet je Bebe zien.
Wow, moet je Bebe eens zien!
Gefeliciteerd Frasier. Dank je, Bebe.
Sorry dat ik stoor. Het gaat om Bebe.