Voorbeelden van het gebruik van Beginner in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Echte beginner.
Ik voel me weer 'n beginner.
Hij is geen beginner.
Maar ik was een beginner.
Ik ben geen beginner, Jack.
Ja, je bent een beginner.
Ik ben ook geen beginner.
Maar hij is geen beginner.
maar prima voor een beginner.
Je bent ofwel beginner of een expert in de saga
Jij bent toch beginner?
Gordel om, beginner.
Ik? Het is een klus voor een beginner.
Beginner!- Tesa aan het deureinde.
Ik kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor de fouten van een beginner.
De intuïtieve gebruikersinterface maakt het gemakkelijk, zelfs voor een beginner om het gemakkelijk te gebruiken.
Tesa aan het deureinde. Beginner!
Stel je eens voor hoe het zou voelen met een deskundige in plaats van een beginner.
Een beginner heeft waarschijnlijk een setting van 2 of 3.
Als je een beginner bent, is je DIN-instelling waarschijnlijk een twee of drie.