Voorbeelden van het gebruik van Bizon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben de Zwarte Bizon.
Hij stierf niet vanwege die bizon.
En nu telt alleen de Zwarte Bizon.
Heeft de leerlingenraad een bizon gekocht?
Ik ben de Zwarte Bizon.
Kijk, Steve Smith heeft ook een bizon.
Ik proef alleen bizon.
Heeft iemand die bizon gezien?
Dat is bizon.
Heb je wel eens een bizon gezien?
Hij is je bizon.
Jij hebt de bizon gedood.
Het is een bizon.
Ja.- Bizon. Een bizon hamburger.
Naast de bizon werden ook andere dieren
Het is bizon. Je hebt vlees.
Hij kan veranderen in een bizon.
Het is een pioniersmeisje dat ziet hoe oma door 'n bizon wordt vertrapt.
Ik heb altijd al seks willen hebben met een bizon. Stap in!
onze stam niet zonder de bizon kan leven.