Voorbeelden van het gebruik van Bontjas in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wilde altijd al een dame in een bontjas.
Neem uw bontjas mee en een kruik.
Het is een bontjas.
Een komiek in een bontjas.
Het is maar een bontjas.
Waarom wachten tot een man een bontjas voor je koopt?
Ik zei dat een bontjas niet nodig was.
Je hebt zeker je bontjas beleend?
Voor een bontjas.
Ze heeft pas een bontjas gekocht.
Ze droeg een bontjas.
Moet je haar bontjas zien.
Het is maar 'n bontjas.
Zoals die man die je die bontjas gaf.
Weet je wie mij deze bontjas heeft gegeven?
Echt? Geef haar de bontjas terug.-Ja?
Sta op. Zodra ze je chique bontjas zien.
Vader gaat haar bontjas verkopen.
Don gaf me een bontjas.
Oké, ik moet een bontjas lenen.