Voorbeelden van het gebruik van Cake in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Champagne en cake voor iedereen!
bak ik een cake voor je.
Lk ben dol op cake. Hé, cake.
Wacht jij maar hier, dan ga ik wat cake voor ons halen.
Jacob, is jouw cake heerlijk?
Dat is mijn beroemde cake.
Wil je versgebakken cake?- Komt eraan.
Ik verdiende de cake in mijn gezicht.
Cake By The Ocean brengt mensen in beweging.
Cake elke dag.
Mijn beroemde cake.
Ik kocht je een cake als dessert.
Ik heb cake gemaakt!
Petey, is jouw cake heerlijk?
De smaak van de cake meest uitgedrukt op de dag na het bakken.
Zelfs de cake van je vrouw niet, Hermes.
Uw cake staat achter.
Cake voor ontbijt?
Moeten we zeggen,"Paddy Cake, Paddy Cake, Baker man"?
Ik wil geen cake, Eddie.