Voorbeelden van het gebruik van Cake in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dus ze moet vloeren dweilen en cake bakken voor haar hardwerkende man?
Ik wil geen cake, Eddie.
Wij delen de cake.
De vers gebakken cake en champagne was een bonus.
jij kocht cake.
Er zat vast kattenkalmeringsmiddel in de cake.
En dat met uw baan, cake.
Ja, mijn zwakte is cake.
Ga nou maar verder en eet je cake.
Breng gewoon de cake.
Ik bakte een cake voor Mary.
Ga nou maar verder en eet je cake.
Lk bak soms ook een cake.
Dit is mijn sinaasappel chocolade truffel cake.
Vond Ryan je cake niet lekker?
Pak de eieren, cake en jam.
Een aardbei en kaas, Koffie cake van Weber's.
Wie gooide die cake?
Nee dankje. Je houdt van limoen cake.
Ik proef Londen in deze Cake.