Voorbeelden van het gebruik van Cath in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Heb je Cath gesproken?
Ja, Cath and Jim zijn goede vrienden.
Cath en ik stonden midden in 't gedrang.
Oh God, het is Cath.
De cath van de emir heeft bevestigd
ze helemaal niets hadden wat Baz met Cath verbind. Hallo. Ik sprak met mijn politie vriend en.
ga dan naar Cath en Tom… en zeg
Zotte Cath.
Bel Cath.
Mijn liefste Cath.
Alles goed Cath?
Voor Cath en Lisa.
Dat is Cath Fletcher.
Cath Atwood vertelde dat.
Cath, luister even.
Cath is met mij.
Ik ben Cath Bauri.
Cath hoort bij mij.
Cath, gaat het?
Smurf is weg, Cath.