Voorbeelden van het gebruik van Chiara in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hallo wij zijn Marco, Chiara en Nicholas.
Fiorenzi zegt…… dat jij degene was die Chiara en Ludovica naar hem bracht.
Ik ontdekte zijn band met Chiara en Ludovica.
Nu laat ik een techniek zien met Chiara.
Die familie van Chiara.
Meneer Schiavone, al die vragen over Chiara.
De eerste reis zonder Chiara en Diego.
Op de terugweg zag ik Pietro Berguet, de vader van Chiara.
En vooral bij Chiara.
Denk niet meer aan Chiara.
Ben jij met mij samen, omdat je boos bent op Chiara?
Van jou of van Chiara?
De lerares die zich realiseert wat er gebeurt draait zich met een blik van erkenning om naar Chiara.
Wie weet een dag zullen we de moed en vastberadenheid van Chiara en Marco Elisa volgen….
de heren Chiara en Virginio, vriendelijke
Chiara's broer en zus zijn in de keuken.
Chiara's broer en zus zijn in de keuken.
Chiara heeft bekend.
Mijn dochter… Chiara.
Chiara is een kreng.