Voorbeelden van het gebruik van Chocolade in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij haatte chocolade.
Deze chocolade bevatten een hoog percentage cacao.
Chocolade. Geef me de cheque.
Chocolade en vanille.
gevuld met chocolade.
Een model draagt chocolade accessoires.
En ik de chocolade.
Dat is typisch voor chocolade die worden verondersteld om binnen de machine te leveren.
Chocolade. We zouden gezonder gaan eten, toch?
Je redt het niet in de bergen met 'n stukje chocolade en een slok wijn.
Misschien moet je wat bloemen en chocolade voor hem kopen.
Wat is dit voor bon voor $254? Waarom niet? Chocolade…!
Ronnie, ze heeft de chocolade niet gegeten.
De chocolade die ik kocht, bleven thuis
We stoppen niet.- Chocolade.
Ik denk dat het de chocolade is.
truffels en chocolade.
Vanille en chocolade.
Bedoel je'Chocolade'?
Je krijgt de chocolade.