Voorbeelden van het gebruik van Christopher in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Christopher, waar ga je heen?
Zij was verleden jaar de juf van Christopher.
Blijf dood, bitch.- Christopher, nee!
Tigger. Ik ben Christopher Robin.
Ik weet dat je niet gelooft dat 't Christopher was.
Wees niet dom, Christopher.
En hij wordt vermist. Christopher Sanchez.
Jij bent vast Christopher Robins vrouw.
Help me dan.- Christopher, alsjeblieft!
Waar gaan we heen, Christopher Robin?
Ik heb 'r ontmoet op 't feestje van David Christopher.
Dag, lieverd.- Dag.- Christopher.
We kregen een tip van Christopher Barrowclough-Burns.
Maar het gaat hier niet alleen om Christopher.
Dr. Burnham. Ik ben…- Christopher Pike.
Maar het gaat hier niet alleen om Christopher. Dat begrijp ik.
Jackson. Ik word vergeleken met Christopher Nolan.
Lang geleden.- Christopher Sanchez?
Wie? Miriam. De vrouw van Christopher.
Blijf aan de lijn… Weet u waar Mr Christopher is? Nee,?