Voorbeelden van het gebruik van Cissy in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Cissy gaat er vandoor.
Ik ben het, Cissy.
Hebben jullie Cissy gezien?
Dat heb je inderdaad, Cissy.
Dat zijn ze zeker, Cissy.
Cissy, dit is ons kwartet.
Is Cissy Saint thuis? Goedenavond?
Zeg gedag. Doeg, Cissy.
Ga gewoon weg, Cissy, alsjeblieft.
En deze dappere kleine Cissy dan?
Het land deugt niet, Cissy.
Alles in orde, Cissy?
Dat is het zeker, Cissy.
Ben jij soms ook een cissy?
Dat heb je inderdaad, Cissy.
Ga gewoon weg, Cissy, alsjeblieft.
Komt Cissy frigide op je over?
Hebben jullie Cissy gezien? Prachtig bedeeld?
Cissy, ik betaalde je jaren geleden terug.
Ik ben het, Cissy.- Jean?