Voorbeelden van het gebruik van Cissy in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Cissy, Canaste, jullie hebben gewonnen.
Cissy gaat er vandoor. Reg.
Cissy, dit is ons kwartet.
Waar is ze? Cissy?
Cissy weet dat, gok ik.
Ik en Cissy wat, Hasty?
Ga gewoon weg, Cissy, alsjeblieft.
Gewoon… Ik krijg hem niet dicht, Cissy.
Jesse, jij en Cissy… jullie hebben nooit.
Cissy, stop de jongens in de kelder!
Ze kregen een dochter, Cissy, en een zoon, Luke.
Cissy van Marxveldt,
ik ben verlieft op Cissy.
Wij vertrouwden het vanaf het begin al niet, hè, Cissy?
Dat was het ontbrekende stuk van de puzzel, hè, Cissy?
We zijn nog niet klaar om te sterven, toch, Cissy?
En let op, Cissy Robson zoekt je al de hele ochtend.
We hebben uitgelegd hoe Malachi een instrument werd bij het herstel van Cissy.
Ik neem aan dat je weet dat de zoon van Cissy zoon vermist wordt.
geschreven door Cissy van Marxveldt.