Voorbeelden van het gebruik van Colum in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Geen geluk met Colum dus?
Wat wil Colum dat ik doe?
Colum heeft mij bij zich geroepen.
Colum Mackenzie, neem ik aan.
Colum en Dougal hebben hun ruzie bijgelegd.
Niet zo wreed als Colum zal zijn.
Colum wilde dat ze met Malcolm Grant trouwde.
Colum gaat Dougal echt dat goud niet teruggeven.
Colum en de hertog lijken in een goede bui.
Colum beval hem te vertrekken,
En hij ging. Alhoewel Colum hem beval te gaan.
Waarom spreekt Colum hem niet direct aan?
Ik dacht dat Colum hem ter plekke zou neersteken.
De laatste was tientallen jaren geleden toen Colum laird werd.
Alhoewel Colum hem beval te gaan… en hij ging.
Dougal MacKenzie… zijn broer Colum… de… de Jacobitische opstand.
Dat jij geen eed van trouw aflegde aan Colum MacKenzie?
Welkom, mevrouw. Ik ben Colum Ban Campbell Mackenzie.
Colum en Dougal… mijn moeder was Aileen Mackenzie,
Hij gaf Colum het geld dat was opgehaald voor de Jacobieten.