Voorbeelden van het gebruik van Connor in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Connor heeft 'm opgehaald?
Je moet je insmeren, Connor.
Waarom ik?- Jij bent John Connor.
Connor. Kijk,
Connor is heel ziek.
Tommy, ik moet weg. Hallo, Connor.
Ik probeert te zeggen dat het me spijt, Connor.
Connor is je hulp nodig.
Connor ze is in orde.
Je broer, Connor Richard Grogan.
We zijn bevriend met Connor Malone.
Connor wordt gek.
Dat zijn jouw zaken niet, Connor.
Ik heb Sandra en Connor.
Connor kan misschien Wes vermoord hebben!
Zijn naam is Connor Frist.
Zoals met Sandra en Connor.
Hallo?- Connor? Het is Denver's telefoon?
Ik zou zeggen, Connor Frist.
Ga nog eens met Artie praten, Connor.