Voorbeelden van het gebruik van Danny in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Danny, even rustig.
Danny, mach mal langsam.Waar ga je heen? Danny, wacht.
Wohin gehst du? Danny, warte.Danny heeft niks gevonden.
Danny hat nichts.Je spant samen met Danny.
Du hast dich mit Danny verschworen.Je hebt iets wat van mij is.-Ik ben Danny.
Du hast was, das mir gehört. -Danny.Iedereen gaat van oom Danny houden.
Alle werden Onkel Danny lieben.Ja, Trejo in levenden lijve. Danny Trejo?
Danny Trejo? -Ja, Trejo, leibhaftig?Hebben we het over dezelfde Danny Rubin?
Reden wir vom selben Danny Rubin?Genoeg vragen, Danny.
Danny, genug gefragt.Christine.- Danny, alsjeblieft?
Christine! -Danny, bitte!Hij is degene die Danny oorspronkelijk meenam… maar we gaan niks doen?
Er ist derjenige, der Danny überhaupt erst mitgenommen hat, und… wir werden gar nichts tun?Danny leek me een aardige knul.
Ich bin auf Danny reingefallen.Doe dit Danny niet aan, alsjeblieft!
Tu das Danny nicht an, bitte!Larry, je weet dat Danny betrokken is in een moordonderzoek.
Larry, Sie wissen, dass gegen Danny in einem Mordfall ermittelt wird.Danny, eten!
Heeft Danny Day Lewis voor me gemaakt op de parfumschool.
Das hat Daniel Day Lewis auf der Parfüm-Akademie für mich gemacht.Danny, kom op, alsjeblieft!
Denny, komm schon! Bitte!Danny koste mij al genoeg energie.
Ich habe genug Energie für Danny aufgewendet.Ik ken Danny Reagan vanaf het eerste moment.
Nur… ich kenne den Danny Reagan, Iemand die Danny van vroeger kende.
Jemanden, den Danny von ganz früher kennt.
