Voorbeelden van het gebruik van De worm in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Bedoelt u de worm of de spaghetti?
De worm, meneer.
Waarom? Ken je het verhaal van de worm die van een ster hield?
Henry opperde tevergeefs dat de worm niet besmettelijk was.
De worm… geweldig.
De worm! Is er een verband? Kruid!
Je kan de worm zien.
Volg de worm.
De worm! Is er een relatie? Specie!
Moet ik de worm overwinnen. Maar om hen te leiden.
De worm is het Specie!
De worm luisterde naar jouw bevel.
De worm die deze zijde spint, is uitgestorven.
Het was de worm niet.
Geef 'm de worm, pak het geld
De worm op het haakje.
Eerst de worm vinden.
Wim de worm.
Oh, de worm vecht terug.
De worm is acht minuten verwijderd, Sire.