Voorbeelden van het gebruik van De worm in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Want de worm zal het afeten.
Want de worm zal het afeten.
Want de worm zal het afeten.
De worm in de appel.
De worm vecht terug.
Bedoelt u de worm of de spaghetti?
De worm, hij gebruikt vogels.
De Worm is dood,
Sherm de Worm.
Zij kan de worm verwijderen.
Ik denk dat vroege vogels de worm vangen… Robby?
Oh, de worm vecht terug.
Ik herkende de worm op de achterkant van de auto.
De kleine worm. Niemand heeft me ooit neer gekregen!
De worm zit in de appel.
De worm op het haakje.
Breng de worm terug naar zijn kamer.
De worm is daar, ozo.
Zij is de worm en Uhtred is de appel.
Breng de worm terug naar z'n kamer.