Voorbeelden van het gebruik van Derek in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Derek en Lisa.
Hallo, ik denk dat ik een reservering heb, Derek Thomas?
Derek, help jij deze klant?
Derek, hou je kop. Luister, maat!
Hallo, ik denk dat ik een reservering heb, Derek Thomas?
Derek, kijk.
Derek zal voor hem instaan.
Ongelofelijk dat ik je hier tegenkom, Derek!
Derek. Wat is jouw naam?
Wie is Derek Dematopolis? Derek Dematopolis?
Wie van jullie is Derek Yates?
Derek.- Je vergeet… Ja, tom.
Scott en Derek.
Ik zei, wie van jullie is Derek Yates?
Derek, je bent terug.
En is hij bijna gestorven op Derek Shepherd's tafel.
We gaan scannen naar een teken van Derek Yates.
Derek. Van de meetings?
Ik had gehoopt dat je Derek was.
Hoe heet jij?- Derek.