Voorbeelden van het gebruik van Epps in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Epps is veel kwijt.
Met Epps erbij 50.
Epps heeft ons weer.
Mr Epps. Rechter.
Epps speelt met ons.
Agent Booth heeft Epps gevangen.
Epps is de schuldige.
Rechter.- Mr Epps.
Epps, ik heb Munder!
Dit is van Chris Epps.
Epps heeft daar iets mee.
Caroline Epps: geen medeplichtige.
Epps. Ben jij dat?
Mr Epps. Rechter.
Ik ga het Epps vertellen.
Epps. Ben jij dat?
Omdat hij Howard Epps heeft gearresteerd.
Is 't zeker Howard Epps?
Meesteres Epps wil mij geen zeep geven.
Maar Epps is hooghartig geworden.