Voorbeelden van het gebruik van Fallon in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik werk niet meer voor jou, Fallon.
Verwonder jij je wel eens over Fallon?
Fallon wil met me naar het bal.
Ik werkte toen voor Fallon.
Ze zeiden dat je tegenwoordig voor Fallon werkt.
Denkt Fallon dat ik haar heb gedumpt?
Ik had het Fallon moeten vertellen.
Ik werkte toen voor Fallon.
Fallon trouwt niet met Jeff.
Ik ben niet meer Jimmy Fallon.
Lk werkte toen voor Fallon.
Fallon Carrington?-Geef hem het boek.
Frank Fallon.
Ze zeggen dat je voor Fallon werkt.
Waarheen? Je zei dat Fallon hier zou zijn.
Maar ik wist niet dat Sam en Fallon zouden komen.
Een smeris en hij heet Fallon.
Wat deed hij?- Fallon.
Jij noemt me zuster Fallon.
Wacht even. Het is Fallon.