GEITEN - vertaling in Duits

• Ziegen
• Hausziegen
• Ziegenfleisch
• Ziege

Voorbeelden van het gebruik van Geiten in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Eenden, schapen, geiten, lama's.
Enten, Schafe, Ziegen, Lamas.

Ik hou niet van geiten.
Ich mag gar nichts mit Ziege.

Veel wijn en geiten is dat.
Das ist viel Wein und viele Ziegen.

parelhoen, geiten en schapen ontmoeten.
Perlhühner, Ziege und Schafe kennenlernen.

Dat is veel wijn en geiten.
Das ist viel Wein und viele Ziegen.

We accepteren geen geiten.
Wir akzeptieren keine ziege.

Ze heeft geiten.
Sie hat Ziegen.

Ik weet vrij zeker dat de geiten het wel zien zitten.
Und ich bin mir sicher, dass es der Ziege gefallen würde.

Ze hebben een abrikozentuin en geiten.
Sie haben einen Aprikosengarten und Ziegen.

Sorry. Eén van de geiten is kreupel.
Es tut mir leid. Eine Ziege lahmt.

Geiten, het is een geitenranch.
Ziegen, es ist eine Ziegenfarm.

Dominique, mis je geiten?
Dominique, vermisst du eine Ziege?

Geiten, kippen, koeien?
Ziegen, Hühner, Kühe?

Als ex-kelner weet je het verschil tussen schapen en geiten?
Während wir warten, vermute ich, Sie kennen den Unterschied zwischen einem Schaf und einer Ziege?

De geiten leggen de eieren.
Die Ziegen legen die Eier.

Het zijn geen geiten!
Es ist keine Ziege.

Geiten, wol. Allergieën.
Allergien: Ziegen, Wolle.

schapen, geiten en varkens;
Schaf, Ziege und Schwein.

Geiten zijn ook levende wezens.
Ziegen sind auch Lebewesen.

Honden en geiten is niks voor jou.
Hunde und Ziegen sind nicht deins.