Voorbeelden van het gebruik van Grim in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Martin Grime had toen al 30 jaar ervaring… met politiehonden… en Grime bezwoer destijds
Bedankt, Grim.
Hij heet Grim.
Kom op, Grim.
Een grim… wat?
Gemaakt door Gruff& Grim.
Gemaakt door Grof& Grim.
Verdeeld door Gruff& Grim'.
Eén"M" in Grim.
Grim, tijd om te gaan.
Dat waren Gram en Grim.
Grim, wat is er gebeurd?
Grim maakt ook niet veel kans.
Grim en Gruff, het is voorbij.
Doctor Grim, meer ijs. Kom op.
Grim zei: 'M'n droom is veranderd.
Grim en Grof, het is voorbij.
Ik noemde ze'Gram' en'Grim.
Grim, ik heb een nieuwe, schone wagen nodig.
Grim, je hoefde niet mee te komen.