Voorbeelden van het gebruik van Howard in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik weet wie die jongen is.- Howard.
Dit zijn Leonard, Sheldon, Howard en Penny.
Mijn vissen.-Howard?
Ik ben… Ik ben die gokverhalen zo kotsbeu, Howard.
Ze zien het water niet. Howard.
Oké, Howard wint.
Wie? Howard Weisberg?
Ik… Ik ben aan het roken, Howard.
Zo is Howard.
Die ken je toch nog wel? Howard Laughton.
Howard, wat doe je nou?
Howard, wat doe jij hier? Ja?
Howard? Je zult het zien.
Margot howard docente engels.
Howard?- Noem me"Howie.
Howard, dat denk ik niet.
Howard. Sorry, moeder!
Howard, ik ken haar, oké?
Howard. Ik sta naar 't opaal te kijken.
Howard, ze zijn er!