Voorbeelden van het gebruik van Jen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat zei Jen?
Ik ben Jane Doevers. En ik ben Jen.
Ik en Jen sloten een verdrag.
Wat gebeurt er? Nick.- Jen.
Ik en Jen.
Jen? Er komt iemand aan.
Warren. Jen.
Geef me je hand, Jen.
Jen zei al
Ik ben het, Jen.
Hallo?- Jen, met Linda Belcher.
Ik kan het niet, Jen.
Jen. Ontspan je.
Lk ben Jen.
Jen heeft een heleboel keuzes.
Geen Porter en Jen.
Jen…- Tom,
En Jack en Jen.
Wie ik echt ben.- Jen, wat… Je hebt geen idee.
Ze hebben Jen.