Voorbeelden van het gebruik van Jen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wij? Ja, Jen en Romario?
Luister, ik wilde dat ik kon Jen.
Ik hou van jullie allebei. Pete en Jen.
Jen, dit is Bec,
Jen, ik ben Tobias niet.
Jen, zie je die jonge vrouw?
Jen, zie je die jonge vrouw?
Jen en Connor.
Jen, ik moet haar vinden.
Jen, dat is 15 jaar geleden.
Jen, dat was twee uur geleden.
Jen, dit is Steve's broer. Wat?
Wat? Jen, dit is Steve's broer.
Jen, ja. Het is belangrijk.
Jen ging naar dat feestje om Chris te zien.
Wat? Jen, dit is Steve's broer?
Jen, dit is Steve's broer. Wat?
Jen, dat helpt niet echt.
Jen, we gaan de bank verplaatsen.
Jen woont toch in Boston?