Voorbeelden van het gebruik van Julia in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Julia Perez droeg geen beha
Toen Julia stierf, werd de laatste band tussen hen verboken.
Dit zijn Lisa, Julia en Hugo.
Julia gaat met Sam naar Europa.
Julia, wil je honing in je thee?
Ik wil uitzoeken wie Julia heeft vermoord.- Mooi niet.
Laten we naar de dokter gaan. Julia, kom!
Is Julia cheerleader geweest?
Julia is morgen jarig.
Bedriegende, Julia, een liegende, slet.
William… Julia, heb je een gave.
Julia, waar ga je heen?
Emily. De zus van Julia uit Delaware.
Julia, volgens mij hoor je niet… Gaaf jack heb je aan.
De eenpersoonstent is gewonnen door Julia Mark Gunderson!
Vergroot het beeld. de samenzwering om Julia te vermoorden!
Julia heeft eten voor Thanksgiving.
Henry? Alles goed? Julia.
Is het ook een misverstand dat Julia over tijd is?
Julia komt je halen.