Voorbeelden van het gebruik van Kathy in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je hebt me voorgelogen, Kathy.
Ik heb een deal met jou, Kathy.
Je bent mooier dan ooit, Kathy.
Ik ben een federale agent. Kathy Hale?
Ik noemde haar altijd Dee Dee. Katherine, Kathy.
Mijn dochter Kathy.
Gretchen. Vernon. Mike… Kathy.
Mag ik wat vragen, Kathy?
We weten waar Kathy is.
Je was zomaar verdwenen, Kathy.
Mijn naam is Kathy Blake.
Ik hou van je, Kathy.
Waar zijn we, Kathy Bates?
Ik ben een grote Kathy Griffin fan.
Of mijn neef, Kathy Griffin?
Dus Kathy is je beste vriendin?
Het is al goed, Kathy, ik ben snel weer thuis.
Kathy is een oude vriendin.
Kathy, Johnny en de politie achtervolgen hem.
Kathy, breng hem naar boven.