Voorbeelden van het gebruik van Kev in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Kevin. Kev.-Wat?
Hij is met Kev van Pepsi. Ze lanceren een nieuw product.
Ik weet het, Kev.
Kev, het gaat echt gebeuren.
Kev, waar is het toilet?
Carl? Liam?- Kev en V kunnen helpen.
Jake, het is na middernacht. Kev.
Kev zal jou nooit bedriegen.
We zijn er voor je, Kev.
Ja? Het was heel kort en saai. Kev?
Het is ziek, Kev.
We zijn er voor je, Kev.
Je bent ziek, Kev.
Dat is Kev.
We hebben veel gezegd, Kev.
Ik weet wie je bent, Kev.
Ze is onze moeder, Kev.
Je moet 't ruim zien bij Kev.
Dat is niet onze moeder, Kev.
Misschien heeft Kev iets.