Voorbeelden van het gebruik van Mailen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En voordat ik 't vergeet, een jongen, Tate Watkins, blijft mailen. Geweldig.
U kunt met ons bellen, mailen en chatten op onze website.
Om ze niet met je te delen. En ik ga de hele klas mailen.
Je had ook kunnen mailen.
Moet ik je een formele uitnodiging mailen?
Ik moet mijn familie mailen.
Ik wil je mijn scriptie mailen voordat ik het afgeef.
Ik kan wel wat foto's mailen.
Ze wilde het mailen naar haar moeder.
En ik moet Fong mailen over Model UN.
zou je niet alle informatie tegelijk mailen.
Ik kan je een kopie mailen.
Zal ik je dit mailen?
Ik had u niet moeten mailen.
Ik had het ook kunnen mailen.
Ik wilde je mailen over je kamer in Big Bear, voor je gezin.
laat haar me de cijfers mailen.
Nu moeten we dit nog scannen en naar de advocaat mailen.
Je moet me een foto van haar mailen.
Ik laat de video naar je mailen.