Voorbeelden van het gebruik van Michaela in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Michaela?- Marcus wimpelde me net af?
Marcus ließ mich abblitzen. -Michaela?Mijn naam is Michaela Stone.
Mein Name ist Michaela Stone.Michaela, vertel het me.
Michaela, sprich mit mir.En wat hen beiden met Michaela verbindt.
Und was beide von ihnen mit Michaela verbindet.Michaela, geef antwoord!
Antworte mir! -Michaela!En Michaela.
Und Michaela.Michaela. Gabriel zei dat Telesco naar hem toe kwam toen hij dat niet hoefde.
Gabriel sagte uns ohne Zwang, dass Telesco kam. -Michaela.Ik ben Michaela.
Ich bin Michaela.Michaela is in het ziekenhuis.
Michaela ist in der Klinik.Door het lot. Michaela heeft me gered.
Michaela hat mich gerettet. Schicksal.Michaela.- Ik wilde alleen maar wat plezier hebben!
Ich wollte nur Spaß haben. -Michaela!Ik had het over Jared en Michaela.
Ich spreche von Jared und Michaela.Michaela. Ik ben nog wel in leven,
Michaela. Ich bin am Leben geblieben,Ik heb die heks Michaela vermoord.
Ich habe die Hexe Michaela getötet.Michaela?-De dokter zei dat ik je kon vertrouwen?
Die Ärztin meinte, ich kann Ihnen trauen. -Michaela?Ik heb de heks Michaela vermoord.
Ich habe die Hexe Michaela getötet.Michaela?- Vind je dit grappig?
Michaela! -Findest du das lustig?We hebben een contract met de duivel getekend, Michaela.
Wir haben einen Vertrag mit unterzeichnet der Teufel, Michaela.Was dat een geheim?- Michaela.
Michaela! -War das geheim?Beschermt u uw dochter, Michaela Pratt?
Beschützen Sie Ihre Tochter, Michaela Pratt?
