Voorbeelden van het gebruik van Niklas in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Karin. Zijn jij en Niklas oude vrienden? Christina.
Laat het een verjaardagscadeau zijn voor Niklas.
Als ze zich hier een keertje eenzaam voelt… dan kan ze mij gewoon bezoeken. Of Niklas.
na wat er gebeurd is… sturen we Sam niet naar Niklas. Ja.
FAVORIETEN NIKLAS.
Niklas heeft het geregeld.
Tot kijk, Niklas.
Niklas onthulde jullie geintje.
Ik moet Niklas straks nog halen.
Moet je zien, Niklas.
Niklas, blijf bij me.
Hallo, ik heet Niklas.
Ik begrijp het niet, Niklas.
Niklas en Kareem zijn de kandidaten.
Niklas? Deze stoel is vrij.
Heeft Niklas iets met Fine?
Dat weet iedereen hè, Niklas?
Niklas Linde raadde me jou aan.
Of het is net als met Niklas.
Niklas, dit is niet grappig.