Voorbeelden van het gebruik van Roderick in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
staat er duidelijk dat Laura Roderick de huur van afgelopen maand betaald heeft.
Fred struinde bij Rodericks huis rond nadat hij stierf.
De heer D. RODERICK voor Groep III.
Ik neem aan dat hij niets vond in Rodericks huis?
Roderick belde.
Roderick, alsjeblieft.
Roderick stuurde ons.
Roderick stuurt hem.
Roderick stuurde Hank.
Roderick stuurt me.
Kom dan, Roderick.
Ah, Roderick!
Ik ben Roderick.
Goed gedaan, Roderick.
Ik van Roderick.
Stop niet, Roderick.
Zijn naam is Roderick.
Roderick heeft hem gezonden.
Het was Roderick Charleston.
Met dokter Roderick Campbell.