Voorbeelden van het gebruik van Roderick in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Roderick, schat?
Roderick is dood.
Operationeel beleid Roderick DUNNETT.
Roderick heeft je bedrogen.
En Roderick Femm.
Dit is Roderick Temple.
Stop, Roderick.
Roderick stuurde Hank.
Het was Roderick Charleston.
Roderick stuurde ons.
We kennen Roderick.
Hij heet Roderick Temple.
Roderick heeft hem gezonden.
Roderick, je moet kalmeren.
Wie is Roderick?
Hij werkt voor Roderick Zale.
Ik ben Roderick Temple.
We willen graag met Roderick spreken.
Verdomme, Roderick, hij weet te veel.
Vertel me wie Roderick is?