Voorbeelden van het gebruik van Roper in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een zwarte, Roper.
Het zoontje van de Fourmiles, de vroegwijze Tristram, kan weer bijzonder goed opschieten met de Ropers.
Wili Roper?
David Roper?
McReynolds en Roper?
Hoe, Roper?
Charlie Roper dus.
Was Roper erbij?
Roper was onwijs rijk.
De waarheid, Roper.
Wees aardig voor Roper.
Weet Roper ervan?
Oké, meneer Roper.
Met Dicky Roper.
Roper was blijkbaar gewaarschuwd.
Goed, Mr Roper.
Roper bezit beide.
Natuurlijk, Mr Roper.
Kennelijk is Roper gewaarschuwd.
David Roper komt logeren.