Voorbeelden van het gebruik van Ross in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De man die Ross vermoordde, heeft astma.
Dat zou Ross nooit doen.
Ross doodt hem?
Jack Ross overleed in 1982 in de leeftijd van 66 jaar.
Ross en Christmas ontdekken
Je moet dit allemaal 's met Ross bespreken. Dat zegt iedereen steeds.
Jij zag Ross als laatste in leven.
Ik zag een video waarin Ross jou met een paintballgeweer opjaagt.
Ik heb niks tegen Ross, maar ik wil niet samenwerken.
Dat Ross jou neerschoot?
Zeg dat Ross stierf als de anderen.
Ross is haar oom. Goede zaak.
Ik ga bij Ross met de baby spelen.
Hoe is 't met Ross en Rachel afgelopen?
Ross, Miller en Zindower ontmoet in een hotel in Denver.
Ik moet Ross spreken over een beveiligingslek.
Schiet Ross neer!
Schiet Ross dood!
Het is Ross Orwells zoon Wyatt. Echt.
Ik moet Ross spreken over de beveiliging.