Voorbeelden van het gebruik van Spit in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Yo, Spit, hou de emmer omhoog.
Ik wil Dick Roman aan het spit.
Ik heb spit.
Dus Spit vindt hem leuk?
Muziek, gelach, knapperend vuur, een varken aan het spit.
Had u ooit had spit?
Waarom doet Spit zoiets?
Laat me weten wanneer hij op het spit zit.
Spit is erg opgefokt.
Oké, Linda, draai het spit.
Spit, niet doen!
Ja, ik had graag jouw hart, aan het spit geroosterd.
Spark, Spit en Misty.
Ze spietsten zich aan de speren als vlees aan het spit.
Hou de emmer omhoog. Hé, Spit.
Verdomme, Spit.
Verdorie, Spit.
Die jongen, Spit pochte ermee.
Dus het blijft gewoon Spit.
Ik heb geplast, Spit niet.