Voorbeelden van het gebruik van Stacy in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Z'n ouders zijn Drew en Stacy Harper.
Ik ben Stacy.
Nee, ik ben Muriel Stacy.
Het dossier van de kliniek bevestigt wat Stacy Russell zei.
Ik wilde Twister spelen met Edward en Stacy.
En Heather Noel en Laura Sullivan. En Stacy Benton.
Hallo, ik ben Gwen Stacy.
Mijn naam is Nathaniel Stacy.
En de Green Goblin toen hij Gwen Stacy doodde.
Margaret, je spreekt met dokter Stacy.
Stacy, geef me het mes. Stacy.
Becky en Stacy zijn saai.
Is alles in orde daar bij jou, Stacy?
Met wie was Stacy uit?
Hij ging weg met Stacy.
Voor Stacy en de meiden, doe ik
Stacy is van Japanse afkomst.
Phil kan Stacy daten en ons een haarstaal bezorgen.
Stacy, ik ben buiten op de gang.
En Stacy en de kinderen gaat het goed?