Voorbeelden van het gebruik van Stacy in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik ontmoette Stacy hier nadat ze een van onze flyers had gezien.
Ik pik Stacy en mijn smoking op bij je thuis.
Stacy, je laat me schrikken.
Heeft iemand Rolo, Stacy or Kelly gezien?
Stacy opende mij de ogen dat marihuana eigenlijk niemand kwaad doet.
Hoe Stacy hun logo ontwerp begonnen.
Ik ga Stacy zoeken.
Ik heb gezien hoe jij en stacy met elkaar praten.
Het tijdstip dat Stacy is vermoord.
En ik kan niet geloven dat Stacy mij misschien leuk vindt!
Ik ga een spa-dag boeken voor mij en Stacy.
Je kent Howard en Stacy.
Je moet Stacy ontslaan.
Je hebt Stacy.
Ik vertrouw je niet met Stacy haar spaargeld.
Nodigen Stacy.
Ik ga met de vrouw praten die Stacy bedacht heeft.
Dan verlinken ze je voor de moord op Jared en Stacy.
Het is Stacy.
Nee, niet Stacy.