Voorbeelden van het gebruik van Thor in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze kwamen op Thor z'n schip.
Ik ben Valiant Thor.
Ze stonden niet allemaal bij de haven toen Thor werd vermoord.
Ik zal ze bewaken met mijn… Thor.
Hij parkeerde bij 't restaurant waar Thor en Iris zaten te eten.
heb ik met Max en Thor honden gewassen.
Ik ben het, Thor.
Sif, ik ben het. Thor.
Ik ben Thor Odinszoon!
De broer van Thor.
Stuur Thor.
Loki, de broer van Thor.
Ik heb een plan. Thor.
Nadien ging de club een fusie aan met streekgenoot en rivaal Waterschei SV Thor.
Nu wachten we met spanning op de uitgave van Thor: Ragnarok.
Thor. Prachtige wezens. Jane.
Jane. Thor. Ik wil me rot voelen om jou.
Thor, als die er is.
Thor is de Noorse god van donder en bliksem.
Thor keerde terug naar Asgard nadat hij de plannen van zijn broer had vernietigt.