Voorbeelden van het gebruik van Tore in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ja. Tore schommelt!
Kom op, Tore.
Tore, kom hier!
Tore is grote broer.
Daar. Dag, Tore.
Kom hier zitten, Tore.
Koekje? Tore, hier.
Tore, hier.- Koekje?
Wij zijn je schildmaagden, Tore.
Kijk Tore daar nou.
Tore.- Zeg dat andere ook.
Ik heb ze bij Tore gezien.
Ik hou van jou, Tore.
Tore, wees nou een brave jongen.
Kijk, het is Tore!
Ik wil alleen maar praten, Tore.
Ja, Tore.- Helikopter!
Tore gaat op en neer lopen.
Ik haal je persoonlijk op, Tore.