Voorbeelden van het gebruik van Tractor in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik kreeg gonorroe van een tractor.
In die periode werd er ook een tractor ontworpen en geproduceerd.
Het paard is de tractor van de natuur.
Kreeg je gonorroe van een tractor?
Soms hangen borstelmachines als werktuig aan een tractor, soms zijn ze zelfrijdend.
Maar opeens hoorde ik een tractor.
Ik moet de tractor maken.
Ik gebruik dat soms op mijn tractor.
Aa's buurman vond je naast de tractor.
Mmm, zo. Ik hoop dat de tractor het weer een beetje doet.
Ik ga met een dame praten over een tractor.
Ik mag niet met Trevors tractor spelen!
Ja, jij machtige tractor.
Het nummerbord is van een tractor uit Österdala.
Mijn vader doodde mijn varken met zijn tractor.
Hij is al weg en heeft die tractor gemaakt.
Natuurlijk. Ik moet de tractor terugbrengen.
We nemen de tractor.
En cirkel, cirkel! Cirkel… twee, drie vier… Tractor rijden!
Er zijn uiteraard ook de tractor& hydraulische modellen.