Voorbeelden van het gebruik van Zombies in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een van die zombies heeft me gebeten!
Eerst van de Zombies.
Wij zijn allebei zombies.
Laat geen mensen of zombies ons volgen.
Maar waarom? Wij zijn zombies.
Het wapendepot zit vol met zombies.
Moorden oplossen, zombies zoeken.
Het zijn mijn zombies niet.
Zombies houden niet van kou.
Major heeft volgens mijn telling acht zombies vermoord.
We hebben te maken met een soort Zombies.
Deze mensen zijn erger dan Zombies!
Geen waren zombies.
Mijn oma vertelde me ooit dat geheimen als zombies zijn.
Kan niet geopend worden door Zombies.
Duivel huis: al je vrienden veranderd in zombies e.
En ze haten zombies.
Er waren geen zombies.
Nu heb ik twee miljoen zombies.
Wij zijn zombies.