Voorbeelden van het gebruik van Bruiser in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij zei dat Mole en jij de Bruisers wilden verdrinken.
De Authority heeft bij gelegenheid van de kampioenschappen een wedstrijd op net gebied van de veiligheid in de landbouw georganiseerd, onder de naam„Bruiser's Quiz.
Goedenavond, Bruiser.
Kom op, Bruiser.
Dat klinkt als Bruiser.
Bruiser valt aan!
Bruiser! Maal twee.
Zijn naam is Bruiser.
Bruiser, ik heb hem!
Maal twee. Bruiser!
Wens me geluk, Bruiser.
Het spijt me, Bruiser.
Of niet, Bruiser?
Bruiser, we zijn er!
Bruiser? Oh, mijn God?
Goedenavond, Bruiser. Goedenavond, Omar.
Bruiser heeft contacten op het terrein.
Bruiser? Oh, mijn God.
Niet!- Kom, Bruiser.
Bruiser vraagt mij voor de verzekeringszaken.