Voorbeelden van het gebruik van Bruiser in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Bruiser valt aan.
Of niet, Bruiser?
Daar hebben we Bruiser.
Het spijt me, Bruiser.
Wens me geluk, Bruiser.
Bruiser, ik heb hem!
En toen ik en de Bruiser.
Bruiser Woods… dit is je moeder.
Ik heb Bruiser on line leren winkelen.
Met een mooie foto van Bruiser.
Dat is heel goed, Bruiser, heel goed.
En zorg dat Bruiser warm gekleed is.
Bruiser en ik gaan op onze eigen houtje.
Old Bruiser is meestal blind van de versterkte wijn.
Bruiser de beer weet als de beste hoe je lol kunt hebben in de zon.
Er is niets gênanters dan mensen vertellen… dat ik voor iemand als Bruiser Stone werk.
De rottweiler is een reu. Bruiser is een reu,
Met Kerstmis 1978 Kevin sterke positie in de ranglijst van de NWA na het verslaan van Bruiser Brody voor de zwaargewicht kampioenschap van de NWA:
Becker ligt plat en Bruiser gaat voor zijn favoriete plek!
Bruiser, wat is dit?