Voorbeelden van het gebruik van Charles in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Charles, je vergeet je handschoenen, je handschoenen!
Charles, alstublieft, pest Mr. Bolton niet.
Charles, dit is een leugen.
Charles, is dit niet vreselijk?
Charles, Heb je Sebastian geld gegeven vandaag?
Charles Vane en de beesten die hij commandeert.
Charles, kun je me iets vertellen over Evan Chandler?
Charles, ik weet wat jij bent.
Charles, je mag ons huis niet verkopen.
Charles, jij bent m'n advocaat!
Charles Lamb de triomf van de walvis.
Charles: dit kan niet doorgaan,
Mijn naam is Mr Charles, dat weet je toch nog wel?
Waar gaat de oude hertog wonen? Charles.
ik was te zwak. Charles.
Wie is meneer Charles?
Daar gaat meneer Charles.
Mijn naam is meneer Charles.
Nee. U zegt dat Miss MacFay en Mrs Charles.
Geef het terug. Charles.