Voorbeelden van het gebruik van Cheeseburger in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Darcy. Cheeseburger. Darcy. Cheeseburger.
Weer cheeseburger?
Cheeseburger schuifregelaars- Super makkelijk!
Cheeseburger pizza is onderweg.
Ik had die laatste cheeseburger niet moeten nemen.
Wat zal die cheeseburger goed smaken als je dieet voorbij is.
Die cheeseburger komt nog wel eens.
Cheeseburger en een cola, alsjeblieft.
Ik kan een cheeseburger halen met friet.
Ik kan geen cheeseburger meer eten midden op de dag.
Medium cheeseburger.
Die cheeseburger heeft je leven gered.
Cheeseburger, friet en een cola.
Van die cheeseburger is dat.
Charlie Cheeseburger?
Charlie Cheeseburger. Die Charlie?
Verkrijgbaar in o.a. de smaken Cheeseburger, Beef Stroganoff en Haggis.
Hij bezorgt me die cheeseburger.
Ik wil geen cheeseburger.
Je moest een cheeseburger.